- have
- n. rijk, iemand die veel bezittingen heeft--------v. hebben; bezitten; verkrijgen; nodig hebben; veroorzakenhave1[ hæv] 〈zelfstandig naamwoord〉♦voorbeelden:¶ the haves and the have-nots • de rijken en de armen, de bezitters en de niet-bezitters————————have2, 〈in betekenis II 1-3, 5, 6, 9, 11, 13, 16, en 17 informeel ook〉 have got 〈had, had〉I 〈onovergankelijk werkwoord〉♦voorbeelden:¶ have at someone • iemand aanvallenII 〈overgankelijk werkwoord〉1 hebben ⇒ bezitten, beschikken over, houden 〈bezit, eigenschap, gelegenheid, plaats en tijd, verwanten en kennissen, iets dat toegezegd is〉2 hebben 〈als onderdeel〉 ⇒ bevatten, bestaan uit3 krijgen ⇒ ontvangen4 nemen ⇒ pakken, gebruiken 〈eten, drinken e.d.〉5 hebben ⇒ genieten van, lijden aan6 hebben ⇒ laten liggen, leggen, zetten7 〈met naamwoord dat een activiteit uitdrukt; vaak te vertalen door werkwoord van dat naamwoord; informeel〉hebben ⇒ maken, nemen 〈enz.〉8 toelaten ⇒ dulden, aanvaarden9 〈met naamwoord en onbepaalde wijs met to〉hebben te10 〈met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉laten ⇒ doen, opdracht geven te11 〈met naamwoord en complement van het voorwerp〉zover krijgen dat ⇒ aan het … krijgen, maken dat12 〈met naamwoord en onbepaalde wijs of voltooid deelwoord〉het moeten beleven dat ⇒ het overkomt/overkwam hem/haar/hun dat13 in huis hebben ⇒ te gast hebben; 〈bij uitbreiding〉 uitnodigen, vragen14 krijgen 〈kind〉15 vrijen/slapen met16 zorgen voor17 〈informeel〉te pakken hebben 〈letterlijk en figuurlijk〉 ⇒ het winnen van18 〈Brits-Engels; slang〉bedriegen ⇒ bij de neus nemen19 〈verouderd〉kennen ⇒ beheersen♦voorbeelden:1 he's got billions • hij heeft miljardenyou can have that old car if you want • je mag die oude kar houden als je wilhe has an excellent memory • hij beschikt over een voortreffelijk geheugenhave mercy on us • heb medelijden met onsI've got no time • ik heb geen tijdyou have my word • je hebt mijn woord, mijn woord eropI've got it • ik heb het, ik weet het (weer)〈informeel〉 he has it in him (to do a thing like that) • hij is ertoe in staat (zoiets te doen)you have something there • daar zeg je (me) wat, daar zit wat inhe wouldn't have his wife back • hij wou zijn vrouw niet terug (hebben)do you have enough wine in? • heb je genoeg wijn in huis?have something about/on one • iets bij zich hebbenwhat does she have against me? • wat heeft ze tegen mij?2 the book has six chapters • het boek heeft/bestaat uit zes hoofdstukken3 this book is nowhere to be had • dit boek is nergens te krijgenmay I have this dance from you? • mag ik deze dans van u?he had a splendid funeral • hij kreeg een schitterende begrafeniswe've had no news • we hebben geen nieuws (ontvangen)you can have it back tomorrow • je kunt het morgen terugkrijgen4 have breakfast • ontbijtenhave a cigarette • een sigaret nemen/roken5 have a headache • hoofdpijn hebbenhave a good time • het naar zijn zin hebbenyou have it badly • je hebt het lelijk te pakken6 we have Malta on our left • Malta ligt s van onslet's have the rug in the hall • laten we het tapijt in de hal leggen7 have a bath • een bad nemenhave a discussion • discussiëren, een discussie hebbenhave a try • (het) proberenhave a walk • een wandeling maken8 I won't have such conduct • ik duld zulk gedrag nietI won't have you say such things • ik duld niet dat u zoiets zegtI'm not having any • ik pik het niet, ik pieker er niet over9 I still have quite a bit of work to do • ik heb nog heel wat te doen10 have one's hair cut • zijn haar laten knippenhe's finally had it done • hij heeft het eindelijk laten doenhave a tooth out • een tand laten trekken11 he finally had his audience laughing • eindelijk kreeg hij zijn publiek aan het lachen12 he's had his friends desert him • hij heeft het moeten meemaken dat zijn vrienden hem in de steek lieten13 we can't have people here • we kunnen hier geen mensen ontvangenhave someone (a)round/in/over • iemand (eens) uitnodigenhave someone down • iemand uitnodigen 〈in het bijzonder van boven, uit het noorden of uit de stad〉we are having the painters in next week • volgende week zijn de schilders bij ons in huis aan het werkhave someone up • iemand uitnodigen 〈in het bijzonder van beneden, uit het zuiden of van het platteland〉14 have a child by • een kind hebben van15 he's never had a woman • hij is nog nooit met een vrouw naar bed geweest16 can you have the children tonight? • kun jij vanavond voor de kinderen zorgen?17 you've got me there • jij wint; geen idee, daar vraag je me wat18 John's been had • ze hebben John beetgenomen19 he has little Latin and less Greek • hij kent maar een beetje Latijn en nog minder Grieks〈niet verouderd〉 have something off • iets uit het hoofd/van buiten kennen¶ he had it coming to him • hij kreeg zijn verdiende loonhave it (that) • zeggen (dat), beweren (dat)as the Bible has it • zoals het in de bijbel staatrumour has it that … • het gerucht gaat dat …have it (from someone) • het (van iemand) vernomen/gehoord hebben, het weten (van iemand)〈informeel〉 have had it • hangen, de klos/pineut zijn; niet meer de oude zijn, dood zijn; het beu zijn, er de brui aan gevenhave it in for someone • een hekel hebben aan iemand, de pik hebben op iemand〈Brits-Engels; informeel〉 have it away/off (with someone) • neuken (met iemand)have it in for someone • de pik hebben op iemandhave it/the matter out with someone • het (probleem) uitpraten/uitvechten met iemand〈Brits-Engels〉 have someone up (for something) • iemand voor de rechtbank brengen (wegens iets)have something on someone • belastend materiaal tegen iemand hebbenyou have nothing on me • je kunt me niks makenhave nothing on • niet kunnen tippen aanhave something on/over • beter zijn dan, een streepje voor hebben op→ have onhave on/III 〈hulpwerkwoord〉1 hebben ⇒ zijn2 〈alleen in aanvoegende wijs verleden tijd; formeel〉had(den)/was/waren ⇒ indien/als … zou(den) hebben/zijn♦voorbeelden:1 I have worked • ik heb gewerkthe has died • hij is gestorven2 had he claimed that, he would have been mistaken • had hij dat beweerd, dan zou hij zich vergist hebbenI had better/best forget it • ik moest dat maar vergeten, het zou beter/het beste zijn als ik dat vergatI'd just as soon die • ik zou net zo lief doodgaan
English-Dutch dictionary. 2013.